Wat is een Passiefhuis?
Een Passiefhuis is een huis dat zo gebouwd is, dat het grotendeels passief verwarmd kan worden: het huis wordt verwarmd door zon- en daglicht. Er is dus vrijwel geen actieve verwarming nodig in een passiefhuis. Hoe kan dat?
Het begint al bij het ontwerp. Een passiefhuis wordt zo op de zon gericht, dat er optimaal gebruik van zonnewarmte kan worden gemaakt. Optimaal is niet maximaal; alleen in de koude seizoenen mag zonlicht binnenkomen. In het warme seizoen wordt de zon juist zo veel mogelijk buiten gehouden.
Warmte verdwijnt nagenoeg niet uit het huis. Een passiefhuis is zeer goed geïsoleerd en heel goed luchtdicht gemaakt. Isolatie sluit overal op elkaar aan, zodat er nauwelijks sprake is van koudebruggen. Ook kozijnen en deuren isoleren goed, en zijn goed in de gevels en het dak geplaatst.
Natuurlijk is ventilatie nodig in een huis. Lucht moet ververst worden. Om te zorgen dat er bijna geen warmte verloren gaat met ventilatie wordt er gericht geventileerd. De ventilatie wordt zo geregeld, dat overal voldoende, maar niet te veel wordt geventileerd. Op de ventilatielucht die wordt afgevoerd wordt warmteterugwinning toegepast. Koude lucht die van buiten komt wordt verwarmd door de warme lucht die het huis verlaat.
Zo wordt in het koude seizoen de warmte binnen gehouden.
In de zomer werkt het andersom. Door in de nacht deuren en ramen gericht tegen elkaar open te zetten, warmt een huis niet op. Ramen worden zoveel mogelijk voorzien van zonwering. Vaak wordt gebruik gemaakt van bomen, die in de zomer in blad staan en voor schaduw kunnen zorgen, en in de winter geen blad hebben, zodat de passieve zonnewarmte in huis kan toetreden.
In een Passiefhuis zijn alle elementen die een huis energiezuinig, gezond en comfortabel maken bijeengebracht. Dat kan alleen met een goed doordacht ontwerp en een deugdelijke bouw. Daarom zijn voor Passiefhuizen normen [LINK] ontwikkeld, waarmee ook op de lange termijn het huis blijft functioneren zoals bedoeld.